Versleten houtconstructies en gebrek aan comfort gavan aanleiding tot ook een interne reorganisatie van de dubbelwoonst. Doel: zelfbewuste, attractieve architectuur, die voldoet aan de hedendaagse normen qua ruimte, comfort en energie.
Twee verschillende kubistische uitbouwen dalen neer uit het dakvolume tot in de voorgevel, eindigend in glazen erkers.
De gevels zijn voorzien van een ivoor-kleurige sierpleister, de dakvolumes bekleed met Havanna-bruine leien, de fijne raamprofielen mat-zwart.
Achteraan schieden de toegevoegde garages de twee stadstuintjes, die aangevuld worden met dakterrassen.