De oorspronkelijke woning (1970) was volledig georïenteerd op de patio; de leefruimte was door muurtjes opgedeeld.
De bouwheer wenste ook uitzicht op de achterliggende tuin en het aansluitende bos. Het vervangen van de houten lateien door metselwerk geeft de architectuur een strakker, meer modernistisch karakter.
Alle technieken werden geactualiseerd. Ook werd het gebouw maximaal geïsoleerd en voorzien van een warmtepomp.
Bij duisternis wordt het bijzondere karakter van de woning gedragen door een verfijnde lichtarchitectuur, die het evenwicht vindt tussen het oorspronkelijke karakter en de nieuwe visie.