De woonruimte van de appartementen werd “haltervormig” uitgevoerd, met in het midden trap/lift en de technische ruimten. Op die manier ontvangt het interieur zowel ochtend- als avondzon.
De verdiepingen kragen zijdelings uit tov het gelijkvloers. Hierdoor kan een gezamenlijke doorrit met de buur gemaakt worden.
De garages aan de straatzijde kunnen dan later een andere -bv commerciële- functie krijgen.